Latijn-wetenschappen is een sterk theoretische studierichting in de doorstroomfinaliteit.
Ze combineert een brede algemene vorming met een uitgebreid aanbod Latijn en een uitgebreid pakket wetenschappen. De leerlingen verwerven via het lezen van authentieke teksten een dieper inzicht in de cultuur van de klassieke oudheid en latere periodes. Ze bestuderen taal als systeem vanuit een historisch en vergelijkend perspectief. Daarnaast komen de kernwetenschappen aardwetenschappen, biologie, chemie, fysica en wiskunde op een deductieve, empirische en probleemoplossende manier aan bod. De leerlingen denken conceptueel mee vanuit wiskunde over natuurwetenschappelijke vragen.
Leerlingenprofiel
Leerlingen Latijn-wetenschappen tonen voor het geheel van de vorming inzicht in complexe leerinhouden, leggen vlot verbanden tussen leerinhouden en kunnen logisch redeneren. Ze verwerven complexere leerinhouden in een beperkt tijdsbestek.
Ze zijn verbaal-linguïstisch sterk en hebben een sterk taalgevoel. Ze vinden het fijn om zich te verdiepen in het Latijnse taalsysteem en de Romeinse cultuur. Ze willen teksten in het Latijn ontdekken en houden ervan om te zoeken naar een gepaste vertaling.
Ze exploreren planmatig verbanden bij het onderzoeken van fenomenen en mogelijkheden bij het oplossen van problemen in biologie, chemie en fysica. Ze zetten geowetenschappelijke methodieken in om ruimtelijke fenomenen te analyseren. Ze zetten wiskundige vaardigheden in, hanteren wiskundig abstracte concepten en gebruiken ze bij het oplossen van problemen.
LWE |
|||
5 |
6 |
||
algemene vorming |
|||
esthetica |
1 |
1 |
|
financieel-economische vorming |
1 |
||
geschiedenis |
2 |
2 |
|
godsdienst |
2 |
2 |
|
lichamelijke opvoeding |
2 |
2 |
|
Engels |
2 |
2 |
|
Frans |
3 |
3 |
|
Nederlands |
4 |
4 |
|
specifieke vorming |
|||
Latijn |
4 |
4 |
|
aardrijkskunde |
1 |
2 |
|
biologie |
2 |
2 |
|
chemie |
2 |
2 |
|
fysica |
2 |
2 |
|
wiskunde |
4 |
4 |
|
32 |
32 |